Wij willen dat iedereen kan rijmen, zo fijn, Maar dichten, kan ook kostbaar zijn. Steun ons dan met een euro, of twee, En maak met ons de mooiste gedichten mee!
Daar zit ze voor het raam, met griep nog in haar lijf paraat,
vingers draaiend door haar krullen—een huiselijk, zacht tafereel op straat.
Eindelijk rust om naar buiten te kijken, heerlijk in eigen domein,
alsof de wereld even fluistert: “Marjan, vandaag hoef jij niets te zijn.”
Naar haar vogelvoederkolom, die staat als een buffet in de tuin,
waar elke vleugelgast denkt: “Hier scoor ik, en dat zonder poespas of fortuin.”
Zes vogelhuisjes op een rij, net een wijkje in miniatuur,
de lokale woningcorporatie heet Marjan—met service en met vuur!
Veertien vetbollen, een waterbadje: luxe, gewoon op het erf,
alsof zelfs de mees zegt: “Wat een spa, ik ben zó weer scherp!”
En die pindakaaspot, pardon, dat is geen pot maar een plan,
want met zo’n smeuïge snack trekt ze elk snaveltje in haar ban.
Allemaal struiken, alle tijd om te kijken—wat een mooi decor,
ze kent haar vaste bezoekers bijna bij naam: “Daar heb je hem hoor!”
En de mezen, mussen, vinken, eksters, duiven in een bont geheel,
die vliegen af en aan alsof er “all-you-can-eat” staat op het bord bij het prieel.
Vlaamse gaaien en parkieten doen ook mee aan dit festijn,
zelfs de buurkat denkt: “Ik kom kijken… maar ik blijf keurig klein.”
En wat is nu wonderlijk, vraagt de Sint met lichte frons,
want dit is al een vogelwalhalla—een complete volière sans bonbons.
Wat staat er op haar verlanglijst, je raadt het al, geloof het maar,
nog een vogelhuis voor mussen en vinken—ja echt, ze is klaarblijkelijk klaar.
Je zou toch denken: het is wel een keertje genoeg geweest,
maar Marjan zegt: “Genoeg?” en lacht: “Dat woord past niet in mijn beest!”
Maar nee hoor, Marjan lust er wel pap van, dat is haar stijl,
ze strooit met zorg en aandacht, en elke vogel vindt dat heil.
En helemaal nu ze thuis gekluisterd zit te mijmeren, rustig en tevree,
denkt ze: “Later met pensioen? Dan kijk ik hier nog véél meer mee.”
Over de toekomst lekker met pensioen—dat lonkt als een zacht refrein,
want dan kan ze dit alle dagen doen, van ochtendglans tot avondschijn.
Kijk, voor zo’n dierenvriend, zegt Sint, dat is toch wat je noemt een pracht,
je hart zit in je handen—en je tuin is nooit op slot of dichtgetracht.
Zegt deze kindervriend, met strooigoed en een knipoog erbij,
niet ‘less is more’, maar ‘more is beter’—dat past jou als een blij.
Dus Sint legt in je schoen geen sok maar—hoe kan het ook anders—een bouwplan paraat,
want straks hebben de mussen een rijtjeshuis… en jij een volle tuinraad!
Maak gedicht opnieuw
Rijmpiet was even weg, bevalt dit gedicht jou niet? Probeer het nog eens, voor een gedicht vol lied. Ons doel is jouw tevredenheid, Voor het mooiste gegenereerde Sinterklaasgedicht, altijd.